Aan het werk

Als ik ’s morgens de zonnegroet doe, richting de zon die net over de berg komt kijken, hoor ik de varkens achter me knorren. Ze hebben honger. Ton zal ze straks hun ontbijt gaan brengen. Een heel gezin varkens, moeder, vader en 7 biggen. Ook de geit en 2 kalkoenen krijgen straks hun ontbijt. Dit is Ton zijn taak elke morgen.

De geit
De varkens

Als de zonnegroet klaar is, zet ik het irrigatie systeem aan in de groente tuin. Elke dag wordt er een deel bewatert, bij gebrek aan regen. Daarna ga ik naar de 3 honden. 2 liggen er vast omdat ze teveel overlast bezorgen aan de gasten, Friendly, het 2 jarig vriendje van Lotte loopt los. Ze krijgen eten en water en de uitwerpselen worden verwijderd. Mijn ochtend taak.

De groente tuin

Tussen deze bezigheden door, worden we zelf rustig wakker, maken onze smoothie en tegen 10 uur gaan we naar het hoofdgebouw waar we dan nog wat restjes van het ontbijt van de gasten kunnen oppeuzelen en horen wat de verdere werkzaamheden voor de dag zullen zijn. Op het moment werken we vooral in de groentetuin, onkruid wieden.

Aan het werk

Ton heeft een aantal klusjes gedaan en morgen beginnen we de olijfboomgaard klaar te maken voor de oogst die over 2 weken begint. Het dorre gras en onkruid wat er onder staat moet verwijderd worden. Op het terrein staan ook een aantal eeuwenoude olijfbomen, prachtig om te zien !

Oude boom vol olijven
Hele oude olijfboom

We krijgen 3 keer per dag eten. Wat een luxe om niet meer te hoeven bedenken wat we zullen eten ’s avonds, gewoon aanschuiven, en geen afwas!! We moeten nog wel wennen aan het Griekse ritme. Zo is er lunch, een warme maaltijd, om 13.30 uur en ’s avonds tegen 21.00 uur is er het avondeten, wederom warm eten. De smoothie maken we ’s morgens in ons eigen huis, maar het fruit wordt ons gegeven. Het leven is goed onder de Griekse zon!!

Lotte kan hier de hele dag lekker vrij rondlopen, speelt met Friendly en soms met honden van gasten, want er zijn hier ook 4 mooie huisjes die verhuurd worden, en gasten mogen hun honden meenemen.

Lotte en Friendly

Bekijk onze werkplek op de website; http://www.eumelia.com

Na bijna een maand langs de verschillende kusten en baaien van de Peloponnesos gebivakkeerd te hebben, is dit boerderijwerk een aangename afwisseling. We houden het hier wel een paar weken uit.

De beuk erin

Wat een titel. Spookt al dagen door mijn hoofd, dit prachtige lied van wijlen Bram Vermeulen. Eigenlijk was de druppel het meer dan verontrustende bericht eergisteren over het Duitse onderzoek naar het insectenbestand in 86 natuurgebieden aldaar over de afgelopen 30 jaar. De uitkomst is welhaast ongelooflijk; een daling van maar liefst 76%! Later meer daarover, nu eerst dat lied. Al bijna 20 jaar oud, destijds een noodkreet, nu al lang ingehaald door wrede realiteit. https://youtu.be/Ek2XEJiMOdc Luisteren, doen! Voor de zekerheid (want niemand heeft tijd ) hier toch ook de tekst. Proef de woorden. Eigenlijk het beste door ze hardop uit te spreken. Beter nog gewoon voorlezen aan je lief. Of je zoon of dochter (eigenlijk een must voor iedere opvoeder), of gewoon aan diegene die nu bij je in de buurt is. O ja, een troostrijke en hoopvolle gedachte voor mij als iemand hieronder reageert met de woorden dat ie dat ook echt gedaan heeft. Met het risico dat er nu al de eerste afhakers van deze blog volgen, bij deze de (handgetypte-nix copy/paste) tekst:

"En als ik niet meer huil als ik de nevel zie boven de stille velden 
Hoe de zon zijn stralen breekt uit stralen in de lucht
Hoe vogels strepen trekken in hun vlucht
Als ik daarvan niet meer huil, wil ik dan nog wel bestaan?

En als ik niet meer huiver als ik de kleuren zie
Hoe ze tot paars verglijden hoe de nacht de dag verdrijft
En plaats maakt voor de maan
Als ik de uilenkreet tot stilte hoor vergaan
als ik dan niet huiver, wil ik dan nog wel bestaan

De beuk erin.De beuk erin.
Ik geef het toe zo heeft het allemaal geen zin.
De beuk erin. De beuk erin.
Alles moet weg en dat is pas het begin.

En als ik niet meer beef als ik jouw lichaam zie, de snelheid van je lach 
Hoe een beweging van je hoofd je gemoed verraad
Hoe ieder ongesproken mij hier verloren achterlaat
Als ik daarvan niet meer beef, ach, wil ik dan nog wel bestaan?

En als ik niet meer schreeuw, als ik de beelden zie
Hoe geweld eenvoudig toeslaat
Hoe de verveling van teveel en onverschilligheid overgaat
Als de domheid van de dood mij met stomheid slaat
Als ik dan niet schreeuw, wil ik dan nog wel bestaan?

Ik meet alles wat ik zie aan wat ik eerder zag
zodat ik nooit iets anders denk dan wat ik al dacht
Zo gaat alles keurig net zoals ik had verwacht.
Alles veilig en bekend, nooit is er meer iets onverwacht
Alles past, niets is te groot
Ik hoef niet eens te overleven, want ik ben al dood.

De beuk erin. De beuk erin.
Ik geef het toe zo heeft het allemaal geen zin.
De beuk erin. De beuk erin. 
Alles moet weg en dat is pas het begin.

En als ik niet meer lach als ik de geluiden hoor van mensen die zich duiden.
De angst om alleen te zijn gaat met ze aan de haal
Het tumult van veilig wezen weerklinkt als haveloos kabaal
Als ik daarom niet meer lach, ach, wil ik dan nog wel bestaan.

En als ik niet meer vecht, als ik het strijden zie, de logica van het bestaan
Hoe mensen in hun overleven automatisch verder gaan
Het dodelijk geweld van geld trek ik mij niet meer aan
Als ik daartegen niet meer vecht, waarom zou ik dan nog bestaan?

Alle uitgesleten paden in mijn hoofd moeten met de sloper mee
Ik wil nu, en alles anders, ik wil nooit meer als ik dee

De beuk erin."

Zijn jullie er nog? Mooi. Een lied over betrokkenheid, of liever het manco daaraan. Want die beuk moet er inmiddels echt in, linksom of rechtsom. De aarde  brandt, beeft, siddert en schreeuwt om genade, en het lijkt alsof vrijwel niemand het ziet of hoort. Die insecten dus, de druppel. 75% minder dan 30 jaar geleden. Een gedegen onderzoek, de oorzaak nog niet bekend, men vermoedt landbouwgif. 75% minder in 30 jaar, dat is snel. Van 25% naar 0% is nog een veel kleinere stap. En een kind kan weten dat het dan echt te laat is. Geen bestuiving, geen eten. Ik schreef een aantal maanden geleden al een dat het ons opviel hoe weinig vogels we nog zagen in Scandinavië, op eksters en kraaien na (alleseters, die passen zich beter aan). Nu valt het kwartje, te weinig insecten =te weinig voedsel… Ook viel het ons al op dat we 0 insecten op de voorruit hebben, echt nul. 20.000 km gereden en -echt waar-1 keer de voorruit gewassen. Niet eens om die insecten, maar gewoon vuil en stof. Ik kan mij van vroeger nog herinneren dat je regelmatig flink moest boenen met warm water en een schuursponsje om dat insectengespuis eraf te krijgen. We kennen vast allemaal die legendarische waarschuwende spreuk uit de 70er jaren , ik dacht van de Cree indianen: “Pas als de laatste boom geveld is, de laatste rivier vergiftigd, de laatste vis gevangen, dan zal de mens ontdekken dat geld niet eetbaar is” . We kennen ‘m allemaal, overal gelezen, en nu staan we zomaar “opeens” aan de vooravond daarvan. Een mooi bruggetje van de insecten naar vis. Het gaat hier tenslotte om een reisblog. In Denemarken stonden we aan de noordkust en ik wilde graag wat vissen. Na een gesprek met een passant aldaar was ik snel uit de droom. “Heeft geen enkele zin, voor de kust is alles leeggevist met sleepnetten. Vroeger, ja, toen vingen we bij de vleet, zo vanaf het strand”. Later in Noorwegen heb ik wel vis gevangen, maar ook daar problemen, vooral door de kweekzalmfabrieken die de fjorden vervuilen. Wilde zalm is er vrijwel niet meer. Nu in Griekenland ook dramatisch. De Middellandse Zee is leeggevist, dood. De meeste vissersbootjes liggen werkeloos te dobberen in de haventjes, een enkeling vaart nog uit voor inktvis en sardientjes. De enige verse vis die ik tot nu toe te koop zag is dorade. Kweekdorade wel te verstaan….En , o ja, ook dichter bij huis is ’t echt niet anders. Mijn kinderen zijn opgegroeid in Oost Groningen waar we langs een polderkanaal woonden en regelmatig gingen we erop uit om te vissen. Volop snoek, baars, brasem en zelfs zeelt werd er gevangen. Ik was er onlangs in mei en schrok wat er van dat mooie watertje geworden is, de sloot is een met algen volgegroeide bruine levenloze poel geworden. Denk niet dat daar nog 1 vis in leeft. Het is van oorsprong een landbouwgebied (de graanrepubliek) maar de afgelopen 20 jaar overlopen door Brabantse varkenshouders en melkveebedrijven. Misschien dat daar de oorzaak ligt? Mestoverschotten, fosfaten? Geen idee. Mooier kan ik het niet maken. Boos worden wel, daarom die beuk erin. Nu we toch bezig zijn, de beerput is nog niet leeg…. Plastic……wat een dramatische uitvinding toch ooit. Eerlijk is eerlijk, ondanks dat we onderweg proberen zo weinig mogelijk sporen achter te laten,  moeten we regelmatig water bij de wijn doen. We hebben een wateropslag van 200 liter in de truck, dit gebruiken we om te douchen, af te wassen, koken enz. Echter niet om te drinken, zuiverheid van het getankte water is soms onduidelijk, en een kleine kudde bacteriën zal zich ongetwijfeld gehuisvest hebben in de tanks, we gaan liever op safe. Als we een tap met goed drinkwater vinden vullen we dan ook standaard onze 6 vijfliter flessen en zijn happy. Lukt echter niet altijd, dan zijn we afhankelijk van die plastic flessen mineraalwater, en dat gaat dan hard. De doppen bewaar ik voor een later project, waar achter de schermen druk aan gewerkt wordt http://www.preciousplastic.com, de rest gaat in de container voor plastic (ook hier in Griekenland gescheiden afval). Er is geen ontkomen aan. Nu is het in Griekenland redelijk goed geregeld wat afval betreft, op iedere (uit)hoek van de straat containers en zo is het land en de stranden in verhouding tot andere middellandse zee landen redelijk schoon. Van de week echter de uitzondering daarop….wat een troep, gezwommen hebben we er  niet….

Een nachtje zijn we gebleven , de volgende ochtend voor vertrek konden we het toch niet laten de plek iets schoner achter te laten dan dat we haar aantroffen. Kwartiertje jutten met dit als resultaat, hup, mee voor de vuilcontainer…

Gifbeker leeg? Bijna hoor, no worries. Er is nog dat klimaatdingetje wat ons dagelijks bezighoudt. Op sociale media reppen we er soms over (hier op de site nog niet, nu dan toch maar even), het wordt een onleesbare blog als ik er teveel over uitweid. We proberen onze ecologische voetafdruk (om het maar eens populair te zeggen) zo klein mogelijk te houden. Draaien 100% op zonne-energie, eten geen (annemieke) tot weinig (ton) vlees, verwarmen (voor zover nodig) op gevonden droog/dood hout, kopen waar mogelijk biologisch enz enz. Onze afdruk nu is nog slechts een fractie van toen we in Frankrijk in een huis woonden. Maar die vermaledijde diesel die ons huisje nodig heeft om te rollen, dat zit niet altijd lekker, een flinke dot CO2 uitstoot, fijnstof en ander ongerief, maar is onoverkomelijk. Dat wordt ons wel eens aangerekend, hypocriet genoemd. Mijn weerwoord; als alternatief in een kartonnen doos op de Drentse hei gaan wonen, dikke trui aan en schapenkeutels en cranberries eten, dat zet m.i. ook geen zoden aan de dijk. In zekere zin zijn we met zijn allen collectief “schuldig” aan de staat van “ons” planeetje. Of het nu de hierboven verdwenen insecten zijn, de plastic soep, de global warming; als je bestaat doe je mee. En nu? Er rest ons denk ik niet veel anders dan het (letterlijk of digitaal) uit te schreeuwen dat het genoeg is. Dat mensen het ook daadwerkelijk zien. En dat is gebaseerd op kennis, op wetenschap, op onderzoek, maar vooral ook op “het willen zien” , het niet wegkijken, het betrokken zijn. En dan helpt het om die al genoemde afdruk zo klein mogelijk te maken. Meer nog helpt het als de politiek eindelijk eens van die laffe Pontius Pilatus zetel afkomt en kiest voor het welzijn van alle planeetbewoners (mens, dier en flora). Die schijtmentaliteit van zieltjes winnen voor de komende 4 jaar, of “het is te duur, kost teveel banen” , of “we doen er alles aan” , dat station zijn we eigenlijk allang gepasseerd, die insecten en vissen, die zijn gewoon bijna op (en het voelt raar om die woorden zomaar neer te typen). Ja, op! Evenals honderden diersoorten die de afgelopen 20 jaar daadwerkelijk verdwenen zijn, en de duizenden soorten die op het randje daarvan staan. Nu ben ik niet zo van teveel regels en wetten (hier in Griekenland mag je bijna overal roken en rijdt iedereen zonder helm, welhaast het paradijs 😉 ), maar het wordt tijd dat Rutte en co gewoon eens doorpakken, zodat ze straks met een goed geweten bij de hemelpoort staan, en eens glimlachend naar beneden kijken en zuchten, “het was goed, net op tijd” .  Wat is er simpeler dan een verbod op plastic flessen en verpakkingen (Kenia deed onlangs een aanloopje, algeheel verbod op plastic tasjes), een compleet verbod op pesticiden en onkruidverdelgers, gewoon zero tolerance. En hup, gewoon die kolencentrales dicht, niet ooit, gewoon nu. Te duur? Kom nou toch, er is geld zat, en zelfs al was het er niet, is er geen enkel excuus tov van deze planeet om het niet te doen. Want ook al lijkt het allemaal onuitputtelijk en onwaarschijnlijk groot, die aarde is maar een klein fragiel planeetje, die  oceanen zijn zo leeg, die insecten zijn zo weg, en -ondanks dat veel global warming ontkenners het arrogant vinden om te zeggen dat wij als mens invloed uit kunnen oefenen op de temperatuur hier: Als wij kans zien om in amper 150 jaar stuk te maken, en te vergiftigen wat in miljarden jaren is opgebouwd, dan is dat beetje verwarmen van de lucht onder die dampkring op slechts 12 (!!) kilometer hoogte (als je erheen zou kunnen lopen is dat slechts 2 uurtjes stappen), een peuleschil .

De beuk erin!!

Ja, pfff leeg ,die gifbeker voor vandaag. Wie nog steeds meeleest; chapeau en bedankt. Voor hen dit toetje, want oh wat is het mooi, onwaarschijnlijk mooi. (tip; geluid voluit en luisteren tot het eind, dat is het mooiste) Love, Ton

 

 

Wat we zoal doen

Al eerder schreef ik dat de dagen zoek raken als je op reis bent.  Ze raken zoek, maar zijn ook snel gevuld. Vervelen is er nooit bij. Het leven als nomade in zonnig en warm Griekenland begint aardig vorm te krijgen. Aan mooie plekken geen gebrek. We verhuizen van de ene mooie baai naar de andere, vaak beloont met een prachtige zonsondergang aan het einde van de dag..

De lucht was diep rood, helaas niet zo mooi op de foto.

De dagen dat we niet onderweg zijn, zijn snel gevuld. Er zijn altijd klusjes te doen, en het normale huishouden gaat ook gewoon door; de boodschappen, koken, afwassen, vegen en op plekken waar stromend water is kan de was gedaan worden.

Naast het zonnebaden, zwemmen, lezen en niets doen, behalve genieten, zijn we ook creatief bezig. Zo heeft Ton de houten palen die hij in Denemarken gevonden heeft, en sindsdien op het dak lagen, omgetoverd tot mooie “tent” stokken, waar we de luifel mee omhoog houden.

tentstok maken 

Onze Ross wordt ook steeds kleurrijker, naast het lied wat Ton al eerder op de zijkant van de wagen maakte, ben ik begonnen met het beschilderen van randen en met het verven van een mandala, welke enorm groot zal gaan worden.

Verder ben ik aan het breien. De trui voor Ton is klaar, en nu ben ik een hoes voor het dekbed aan het breien. Omdat we een 4 seizoenen dekbed hebben, ligt er vaak maar 1 deel daadwerkelijk op het bed, de ander ligt opgevouwen achterop, hier komt nu een hoes omheen.

We hebben van de week een snorkel gekocht, dus kunnen we nu ook genieten van de visjes die hier in de zee zwemmen. Ook heeft de kano zijn eerste tochtje op de zee gemaakt. Ach, en zo rijgen de dagen zich aaneen onder de brandende zon! Voorlopig blijft het ruim 25 graden en brengen we de dagen door in zwemkleding, en de avonden bij een kampvuurtje of thuis voor de buis!

Op het moment staan we samen met oude Duitse vrienden van Ton, Corinne en Willie, aan een mooie baai en koken en eten gezamenlijk. Een gezellige onderbreking van het met zijn tweeën zijn.

Griekenland, balsem voor de ziel

Hoe is het toch mogelijk dat ik dit land niet eerder “ontdekt” heb. Ja, een jaar of 10 geleden, een dagje, op doorreis van Turkije naar Bulgarije. Zelfs daaraan bewaar ik goede herinneringen , vooral de waanzinnige lunch met gegrilde sardines en een onvergetelijke salade, ergens in een kustdorpje onderweg. Nu dus sinds ruim een week in dit prachtige land, wat een verademing, wat een lieve mensen, en iedere dag is er een verrassing. Nadat we met de veerboot aankwamen in Igoumenitsa zochten we een plek voor de nacht en kwamen via land-en zandweggetjes terecht bij een idyllische baai, met een smalle doorgang naar open zee. Wat 1 nachtje zou worden werden er 5, zo moeilijk was het er weg te gaan. Heerlijk glashelder zwemwater, een paar fijne mensen (reizigers) om ons heen, en als kers op de taart een buitendouche met zoet water. In het aangrenzende dorp op een paar kilometer kon ik boodschappen doen, op de motor, in het buurtwinkeltje. Altijd vriendelijk gegroet (“kalimera”) door de oude uitbaatster en haar klanten. Een plek om te blijven, eigenlijk, maar we waren eigenlijk nog maar net in Griekenland, en nieuwsgierigheid naar meer deed ons onze spullen pakken om verder te reizen. Een warm welkom , deze plek. Na 2 dagen via binnendoorweggetjes en de korte boottocht naar de Peloponnesos belandden we aan de noordkust van de Peloponnesos aan een fijn groot strand, met voldoende bomen voor wat schaduw, met een fijn temperatuurtje van 29 graden, heerlijk zwemmen en jawel, ook hier zo’n buitendouche. Het is schoon overal, ook onderweg langs de wegen. Terwijl we over zuid Italië nog schreven over de grote hoeveelheden vuilnis langs de weg, de vele kapotte en leegstaande gebouwen alsof er een oorlog had gewoed, blijken de Grieken goed voor hun land te zorgen. Ondanks de crisis, de enorme schuldenlast, de financiële drama’s en littekens zijn onderhuids, het volk niet gebroken.

Vanochtend zouden we dan verder, richting oostkust. De spullen gepakt, alles weer rijklaar (kastjes dichtgebonden, gasfles dicht, laatjes gebarricadeerd enz), klaar voor de start. Lotte zit al in de cabine, maar net voor vertrek krijgt ze een vreemde toeval. Een week geleden had ze dat ook al, toen slechts een paar minuten, nu ging het niet over. Trillen, achterpoten verstijft, kan niet lopen, een troebele blik, kotsneigingen. Niet goed, helemaal niet goed. Annemieke gaat het dorpje in op zoek naar iemand die een dierenarts weet. Ik blijf bij Lotte, inmiddels buiten op haar vachtje, bang haar te verliezen. Annemieke komt terug met een Griekse man op een brommer, het blijkt de uitbater van een nabijgelegen restaurantje. Hij heeft vrienden gebeld en weet waarheen, nl de volgende wat grotere plaats. ” Follow me” wijst hij naar de truck, en brengt ons zo naar een 5 km verderop gelegen drukke plaats bij een dierenarts. Het is de binnenstad, smalle straatjes, en parkeren wordt lastig. Hij wenkt me naar buiten, samen tillen we een geparkeerde scooter aan de kant, nood breekt wetten. De vrouwelijke dierenarts spreekt helaas geen Engels en is duidelijk niet capabel ons echt te helpen, ’t is meer een dierenwinkel, maar verwijst ons heel verstandig en gelukkig naar een andere arts in de buurt. Lotte loopt inmiddels weer, zij het wat wankel. De brommerman die ons hier bracht zegt tot ziens , ik bied hem in de haast en consternatie nog 20 euro aan maar daar wil ie niks van weten. ” kom maar langs in m’n taverne als jullie zin hebben” . (die 20 euro steek ik in m’n zak (denk ik) en blijk ik later verloren, komt ’t vast ook goed terecht). Het zoeken naar het adres van de volgende dierenarts wordt ons onderweg ongevraagd gemakkelijk gemaakt door een oudere man die ons aanspreekt waar we naar op zoek zijn. Zo vinden we het snel. Aldaar wordt gelijk adequaat gehandeld. Eerst wat vragen over Lotte, dan de symptomen , dan bloed afnemen, temperatuur meten enz. Ze heeft koorts, krijgt div medicijnen. De bloedonderzoekuitslag komt pas zondagavond, die stuurt ie ons per mail op. Preventief krijgen we antibiotica mee, en epilepsie pillen, mocht de uitslag zondag daar op wijzen. Lotte is nu (een paar uur later) gelukkig weer de oude. We besluiten weer terug te gaan naar de strandplek en vandaag niet meer te rijden. Maar de truck moet de stad nog uit, een wirwar van kleine straatjes en we raken verstrikt. Kunnen een bocht onmogelijk halen. En weer die Grieken he, in plaats van te mopperen dat we alles blokkeren (let wel, druk centrum) wordt aan alle kanten geholpen, zelfs paaltjes (een soort Amsterdammertjes) worden opzij gebogen om ons doorgang te verlenen. En ja hoor, het lukt pffffff kletsnat van het zweet. En dan komen we weer terug aan ons plekje aan het strand. Vanochtend nog leeg, nu vol met wel 50 schoolkinderen , met plastic zakken, zwerfvuil opruimend. Wat een land!! Krijg er haast kippenvel van. Samen is hier echt samen, zelden zo ervaren op mijn reizen. Daar kan menig land nog een puntje aan zuigen.  xx Ton

Greece

Als je op reis bent, raak je de dagen kwijt. Ik moet echt op mijn telefoon kijken om te weten welke dag het is. Ook heb ik geen idee hoelang we nu in Griekenland zijn, ik schat een kleine week.

We namen vanuit Brindisi de veerboot naar de overkant, een tocht die 7,5 uur zou duren. We vertrokken om 21.00 uur en zouden om 5.30 uur aankomen ( in Griekenland is het een uur later). Onze Ross stond op het dek. We hadden aan 1 van de medewerkers van de boot gevraagd of we tijdens de overtocht in onze wagen mochten blijven. Ja, geen probleem. Ik had me daarom al snel lekker onder de wol genesteld, en Ton lag op de bank wat te lezen, toen er aan de deur geklopt werd; we moesten uit onze wagen, ten strengste verboden ivm veiligheid risico! Dat was balen. We moesten toen een plekje zien te vinden in een zaal vol stoelen die naar zweetvoeten stonk en natuurlijk al bom vol zat, of liever gezegd lag. Want de meeste plekken waren door languit liggende mensen bezet. Ik vond samen met Lotte een plek op een kapotte stoel en Ton is in een gang gaan liggen op de grond. Je begrijpt het, het werd een slapeloze nacht. Om 7 uur konden we van boord. De vertraging had wel als voordeel dat we niet in het donker hoefden te rijden. Op de park4night app hadden we een leuke plek gezien zo’n 40 kilometers zuidwaarts. En dit was inderdaad een pracht plek. We hebben ons gesetteld aan het strandje en zijn er een dag of 5 gebleven. Elke dag rees de vraag; “nog een dagje langer?” Een plek om te blijven plakken. Maar ja, we hadden pas 40 km door Griekenland gereden en de nieuwsgierigheid naar meer overwon.

We zijn dus weer onderweg. Omdat we de tolwegen mijden, rijden we provinciale wegen en tussendoor weggetjes, als we het niet eens zijn met de navigatie systemen. En dan kom je op prachtige bergweggetjes, waar landbouw wordt gedreven en, tot Lotte’s plezier, veel schapen rond lopen. Door levendige stadjes met mooie Grieks Orthodoxe kerken en heel veel terrasjes. Het is hier een stuk schoner als Italië. En natuurlijk is Griekenland arm, ook hier is de crisis zichtbaar (bijvoorbeeld een onafgemaakte weg), maar een stuk minder troosteloos als in Italië.

We trekken langzaam richting het zuid-oosten. De temperaturen zijn nog steeds 25+, wat best warm is om lang te rijden. Inmiddels zijn we aan de noordkant van de Peloponnesos, richting Athene, waar we voor we de stad naderen naar beneden zullen afbuigen. We hopen daar Duitse vrienden te treffen die ook in hun camper rond trekken.

Overvaren naar de Peloponnesos

Ook hebben we al verschillende “workaway” adressen aangeschreven om te gaan werken de komende maand. Helaas nog steeds zonder resultaat. Ze hebben of niemand nodig (of willen ons niet), of ze antwoorden gewoon niet. Wordt dus nog lastig om wat te vinden. De olijfoogst begint in november en aangezien er heel veel olijfbomen zijn, zal er toch vast wel iemand hulp nodig hebben tegen die tijd. We houden de moed erin!!

Ondertussen genieten we volop van de zomerse temperaturen, het zwemmen in de kraak heldere zee, de vriendelijke mensen (wat een verschil met de Italianen!), de heerlijke vleestomaten en zalige Griekse yoghurt en de mooiste plekjes langs de kust.